Ambtgelden van gewestelijke en lokale ambtenaren 1749-1752

In 1747 besloten de Staten van Holland om een overzicht te maken van alle politieke ambtenaren van de bestuurscolleges, steden en dorpen in het gewest met daarbij een opgave van hun inkomsten (ambtgelden). Dit overzicht is een unieke bron voor (lokale) historici en genealogen en bevat veel informatie over de lokale politiek en bestuur. De overzichten bevatten, per plaats, opgaven van alle ambten, met specificatie van de inkomsten van de betreffende ambtenaren.

Alles uitklappen

Op inventarisnummers 4046-4050 uit het archief van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland (3.01.05) is een index beschikbaar. U kunt alleen zoeken op plaatsnaam, niet op persoonsnaam. Door op de plaatsnaam te klikken verschijnt de bronverwijzing en het de bijbehorende folionummer.

Lokale bestuurders stelden de lijsten op en stuurden deze naar de Staten van Holland. De lijsten zijn gebundeld en samengevoegd in vijf banden. In de eerste bundel (inv. nr. 4046) is een korte uitleg te vinden over de opzet van de lijsten. Iedere bundel bevat de gegevens van een of meer steden, met de dorpen in de omgeving:

Zuiderkwartier:

  • inv. nr. 4046: Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden
  • inv. nr. 4047: Amsterdam
  • inv. nr. 4048: Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam
  • inv. nr. 4049: Schoonhoven, Brielle, Sociëteit Den Haag, Den Haag, Ridderschap, Staten en Gecommitteerde Raden, Leen- en registerkamer, Hof van Holland, Hoge Raad, Rekenkamer ter Auditie, Generaliteitsmuntkamer en Generaliteitsrekenkamer

 Noorderkwartier:

  • inv. nr. 4050: Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnickendam, Medemblik, Purmerend. Daarnaast lijsten van colleges en dorpen die, om verschillende redenen, niet voldeden aan de resolutie van 5 juli 1749

Wat zijn ambtenaren?

De term ‘ambtenaar’ werd vroeger gebruikt voor iedereen die een ambt of ‘officie’ bekleedde. Daarbij werd vaak onderscheid gemaakt tussen politieke (of burgerlijke), militaire en kerkelijke ambten. Het overzicht in het archief van de Gecommitteerde Raden geeft informatie over de politieke ambten.

Lang niet alle ambtenaren hadden een dagtaak aan hun functie. Vandaar dat het vaak voorkwam dat functies werden gecombineerd, of een neventaak waren.

Welke soorten politieke ambtenaren kende de Republiek?

De groep politieke ambtenaren was bijzonder groot en divers. De stads- en dorpsambtenaren zijn vaak in te delen in drie categorieën:

  • Regerende ambtenaren. Zij waren belast met het lokale bestuur. Te denken valt aan de schout, schepenen en burgemeesters;
  • Burgerambtenaren. Zij voerden gespecialiseerde, niet-justitiële taken uit. Hieronder vielen bijvoorbeeld de armmeesters, brandmeesters, broodwegers, kerkmeesters, vroedvrouwen en wijkmeesters;
  • Beambten of dienaren. Zij ondersteunden het lokale bestuur. Voorbeelden zijn de secretaris en de bode.

Waarom werd een overzicht van ambtenaren en ambtgelden gemaakt?

Op 11 november 1747 besloten de Staten van Holland dat in het vervolg een ambt alleen mocht worden gegund aan mensen die het ambt in persoon zouden vervullen. Ook mochten ambten niet meer worden verkocht of gekocht. Daarnaast namen de Staten het besluit om een overzicht te maken van alle dienstdoende ambtenaren in de stedelijke bestuurscolleges. Van al deze ambtenaren moesten de jaarlijkse inkomsten worden vermeld. Daaronder vielen de salarissen, maar ook de buitengewone inkomsten (emolumenten). Ambtenaren die onder ede konden verklaren dat hun jaarlijkse inkomsten de laatste vijf jaar niet boven de driehonderd gulden waren uitgekomen, hoefden geen opgave te doen.

Op 5 juli 1749 was er nog steeds geen overzicht. De Staten besloten daarom haast te maken. De resolutie van 1747 werd aangepast. Er moesten niet alleen overzichten komen van de steden, maar ook van de dorpen en van allerlei bestuurscolleges. In de jaren 1749-1752 is dit besluit uitgevoerd.

  • Over ambtenaren ten tijde van de Republiek bestaan verschillende studies. Voor een algemeen overzicht, zie: S. Groenveld en F.P. Wagenaar, ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden: Het ‘makelaarskarakter’ van het Nederlands openbaar bestuur (1555-1795)’ in: F.P. Wagenaar, T. Kerkhoff en M. Rutgers (red.), Duizend jaar openbaar bestuur in Nederland. Van patrimoniaal bestuur naar waarborgstaat (Bussum 2011) 91-148 (literatuurverwijzingen op pag. 147-148).
  • Paul Knevel, Het Haagse bureau. 17e-eeuwse ambtenaren tussen staatsbelang en eigenbelang (Amsterdam 2001).

Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis heeft een online raadpleegbaar databestand met gegevens over de leden en hoogste ambtenaren van de belangrijkste instellingen van vertegenwoordigende, bestuurlijke en rechtsprekende aard op het huidige Nederlandse grondgebied, in de periode 1428-1861.