Terug naar zoekresultaten

2.19.295 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Afdeling Voorlichting Joodsche Raad

Het archief bevat doorslagen van brieven met verzoeken van informatie en mededelingen.

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.295
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Afdeling Voorlichting Joodsche Raad

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en Nationaal Archief

Versie

18-08-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis: Afdeling Voorlichting Joodsche Raad
Ned. Rode Kruis: Afdeling Voorlichting Joodsche Raad

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1942-1943

Archiefbloknummer

I28548

Omvang

; 52 inventarisnummer(s) 0,30 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten enkele stukken zijn in het.
Nederlands
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Joodsche Raad - Centrale Voorlichtingsdienst Joodsche Raad - Voorlichtingsbureau Joodsche Raad/Hulp aan vertrekkenden (HAV); bezat een cartotheek aan de Oude Schans

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat doorslagen van brieven met verzoeken van informatie en mededelingen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Joodsche Raad
Op last van Hans Böhmcker, de Beauftragte des Reichskommissars für die Stadt Amsterdam, werd op 12 februari 1941 de Commissie van Vertegenwoordiging van Amsterdamse Joden (ook wel genoemd: Commissie terzake van Joodsche Aangelegenheden) ingesteld. Later werd dit orgaan bekend als Joodsche Raad (JR), naar het Duitse 'Judenrat'. Aanvankelijk was de reikwijdte van de Raad beperkt tot Amsterdam en dan met name de Jodenbuurt, waar men de taak had om rust en orde te scheppen. Later werd de reikwijdte uitgebreid tot heel Joods Nederland. In bezet Europa werden vele joodse raden ingesteld; het was standaardprocedure van de Duitse autoriteiten om via een 'Judenrat' mondelinge bevelen te geven aan (vertegenwoordigers van) de joodse gemeenschap. Zo werden de voorzitters van de Joodsche Raad, in Nederland Abraham Asscher en David Cohen, gedwongen mee te werken aan de vervolging van joden. De Joodsche Raad voor Amsterdam beschikte ten behoeve van de communicatie met de joden over zijn 'eigen' persorgaan; het Joodsche Weekblad. Het blad verscheen wekelijks van 11 april 1941 tot 28 september 1943 en fungeerde vooral als een doorgeefluik voor de Duitse bevelen en verordeningen. Vanaf begin 1941 functioneerde er in het Duitse overheidsapparaat de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung (Centraal Bureau voor Joodsche Emigratie) in Amsterdam. Het bureau ressorteerde onder Wilhelm Harster, de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des Siecherheitsdienst (SD), en viel onder bevel van Willy Lages. De dagelijkse leiding lag bij Ferdinand Aus der Fünten. De hoofdtaak van de Zentralstelle füdische Auswanderung (Zentralstelle) was de voorbereiding van deportaties van joden: het administreren, oproepen en ophalen van de joden. Het 'wettige' kader bestond uit de verordeningen van Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, waarmee de anti-joodse maatregelen werden uitgevaardigd.
Op 10 januari 1941 werd de verordening no.6/41 uitgevaardigd met daarin de aanmeldingsplicht voor joden. De verplichte registratie van joden leverde een bestand formulieren op met de gegevens van vrijwel alle 'vol-, half- en kwart'-joden in Nederland. Dit werd verzameld in het gebouw Kleykamp van de Rijksinspectie voor de Bevolkingsregisters in Den Haag. Asscher en Cohen kregen van Aus der Fünten de opdracht om met het personeel van de Joodsche Raad op grond van dit materiaal een cartotheek te vormen. Zo verkreeg de Zentralstelle een cartotheek met de persoonsgegevens van alle in Nederland aanwezige joden; half- en kwart-joden; gemengd-gehuwden en of die gemengd-gehuwden kinderen hadden. Op dat moment was er nog geen sprake van deportaties en zagen de voorzitters van de Joodsche Raad het gevaar er begrijpelijkerwijs niet van in. Later bleek dat de Zentralstelle aan deze cartotheek de namen en adressen van te deporteren joden kon ontlenen. Het bezit van deze gegevens was voor de Zentralstelle nodig voor een efficiënte uitvoering van de deportatie van de joden.
Op 26 juni 1942 deelde Aus der Fünten het hoofdbestuur van de Joodsche Raad mee dat er voor de joden een ‘polizeilicher Arbeitseinsatz’ in Duitsland werd ingesteld. Dit betekende dat alle joodse mannen en vrouwen in de leeftijd van 16 tot 40 jaar zich moesten laten registreren voor ‘onder politietoezicht staande werkverruiming’. De voorzitters Asscher en Cohen besloten mee te werken aan de ‘tewerkstelling’ om ‘erger te voorkomen’. Dit beleid van de Joodsche Raad om verordeningen van de Duitsers zo nauwgezet mogelijk uit te voeren was consequent. Joden die werden opgeroepen voor ‘tewerkstelling in het oosten’ moesten zich melden op een aangewezen plek in hun woonplaats. In Amsterdam was dat de Hollandsche Schouwburg. Hierna werden de meesten naar Kamp Westerbork overgebracht; anderen naar Vught. In Westerbork werden de joden opnieuw ingeschreven en verdwenen ze (administratief) uit het zicht van de Joodsche Raad in Amsterdam. De deportatielijsten naar de concentratiekampen in Polen werden vanaf half juli 1942 in Westerbork opgesteld.
​​​​​​In samenwerking met de Zentralstelle zette de Joodsche Raad een ingewikkeld systeem van vrijstellingen (of uitstel) op deportatie op, de zogenoemde Sperres. Met Westerbork was er correspondentie over 'onterechte' overbrengingen uit (met name) Amsterdam. De Joodsche Raad hield op te bestaan toen in de nacht van 29 september 1943 de leiding van de Joodsche Raad naar Westerbork werd afgevoerd. Zij had haar taak voor de bezetter volbracht en werd afgeschaft op dezelfde wijze als zij was ontstaan: mondeling. De Joodsche Raad had amper 32 maanden bestaan. Van de ca. 140.000 in 1941 geregistreerde joden overleefde slechts 38.000, ca. 27% de oorlog. ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 )
( Schutz, R, Vermoedelijk op transport (2011) )
Cartotheek Joodsche Raad: bureau Nieuwe Keizersgracht
Bij het bureau aan de Nieuwe Keizersgracht werd de cartotheek beheerd en bijgewerkt van personen die een functie hadden bij de Joodsche Raad alsook de cartotheek van gesperrden en niet-gesperrden.
Landelijk Apparaat met onderafdeling Kartotheek Provincie; Lijnbaansgracht
Het Landelijk Apparaat bevond zich op lijnbaansgracht 366, te Amsterdam. Hier werd de cartotheek Provincie beheerd en bijgewerkt. Deze cartotheek bevat de gegevens van alle joden die (nog) niet naar Amsterdam waren geëvacueerd.
Hulp aan vertrekkenden (HAV)
Deze afdeling zorgde o.a. voor het nazenden van bagage van joden die gedeporteerd waren naar Westerbork.
Antragstelle
De Antragstelle was een orgaan in Westerbork sinds 1942. Hier werden de binnenkomers geregistreerd. Daarnaast werd er door medewerkers (gevangenen) een schaduwregistratie gehouden met gegevens van gevangenen waarmee ze eventueel in aanmerking kwamen voor een Sperre (document dat tijdelijke vrijstelling van deportatie verschafte).
Expositur
Het Expositur was een afdeling van de Joodse Raad en onderafdeling van de afdeling Emigratie. Nadat de gedwongen evacuatie van joden naar Amsterdam was begonnen droeg deze afdeling vrijstellingen van deportatie voor aan de Zentralstelle.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Hoe de collectie de oorlog heeft overleefd is onbekend; maar na de oorlog is het (vermoedelijk) bij de Stichting Volksherstel Amsterdam (1945-1948) terecht gekomen. Volksherstel Amsterdam was een autonoom onderdeel van de Stichting Nederlands Volksherstel en is per 1 januari 1946 overgedragen aan het Opsporingsbureau Joodsche Personen, een filiaal van het Informatiebureau van het Nederlands Rode Kruis in Amsterdam. (met Joodsche Raad-cartotheek en archieven) In mei 1949 is de collectie waarschijnlijk verhuisd naar het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2018 door Het Nederlandse Rode Kruis overgedragen aan het Nationaal Archief.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Inkomende correspondentie en doorslagen van uitgaande brieven van onder andere de afdelingen Centrale Voorlichting; Hulp aan Vertrekkenden en het Voorlichtingsbureau voor Duitsland. De correspondentie betreft vooral verzoeken om informatie.
Selectie en vernietiging
Uit de collectie is niets vernietigd.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
De collectie is door het Nederlandse Rode Kruis ontdaan van ijzer in 2002. Bij de overdracht aan het Nationaal Archief heeft er geen verdere bewerking plaatsgevonden.
Ordening van het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis: Afdeling Voorlichting Joodsche Raad, nummer toegang 2.19.295, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Rode Kruis: Afdeling Voorlichting Joodsche Raad, 2.19.295, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Afgescheiden archiefmateriaal
Verwante archieven
​Toegang 2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
​Toegang 2.19.288 Inventaris van het het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Europese Persoonsdossiers (archiefinventaris 2.19.288)
Toegang 2.19.291 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: S-Dossiers (archiefinventaris 2.19.291)
Toegang 2.19.292 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: X-Dossiers (archiefinventaris 2.19.292)
Toegang 2.19.293 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Y-Dossiers (archiefinventaris 2.19.293)
Toegang 2.19.294 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Joodsche Raad Cartotheek (JRC) (archiefinventaris 2.19.294)
Toegang 2.19.296 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Kamp Westerbork (archiefinventaris 2.19.296)
NIOD: Toegang NL-AsdNIOD 182 Joodsche Raad voor Amsterdam
NIOD: Toegang NL-AsdNIOD 249-0366A Joodsche Raad
Publicaties Berkley, K.L.P., Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam , Amsterdam, 1945 Bolle, M., Ik zal je vertellen hoe een dag er hier uit ziet , Amsterdam, 2003 Knoop, H., De Joodsche Raad: het drama van Abraham Asscher en David Cohen , Amsterdam, 1983 Lindwer, W., Het fatale dilemma : de Joodsche Raad voor Amsterdam, 1941-1943 Den Haag, 1996 Michman, D., De oprichting van de Joodsche Raad voor Amsterdam vanuit een vergelijkend perspectief , in: Oorlogsdocumentatie '40-'45: derde jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, onder red. van N.D.J. Barnouw e.a., (Zutphen, 1992) pp. 74-100. Presser, J., Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 , Amsterdam, 1965 Schellekens, M., Walter Süskind : hoe een zakenman honderden Joodse kinderen uit handen van de nazi’s redde , Amsterdam, 2011 Schütz, R., Vermoedelijk op transport , Leiden, 2011 Sommers, E., Voorzitter van de Joodse Raad : de herinneringen van David Cohen (1941-1943) , Amsterdam, 2011 Verbrugge, K., De centralisatie van de opsporingsbureaus voor joden , in: ING/NIOD, Oorlogsgetroffenen WOII. Terugkeer, opvang, nasleep, (Amsterdam, 2009) pp. 35-44