Terug naar zoekresultaten

2.05.405 Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Finland te Helsinki, (1973) 1975-2013

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.405
Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Finland te Helsinki, (1973) 1975-2013

Auteur

Doc-Direkt

Versie

30-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2016 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse Ambassade in Finland (Helsinki) en vertegenwoordiging Estland [1975-2013]
BuZa / Ambassade Finland en vertegenwoordiging Estland 1975-2013

Periodisering

archiefvorming: 1975-2013
oudste stuk - jongste stuk: 1973-2013

Archiefbloknummer

Z312

Omvang

; 387 inventarisnummer(s) 12,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Bevat tevens foto's, tekeningen en digitale dragers.

Archiefdienst

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse ambassade in Helsinki, , (1973) 1975 - 2013

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Finland te Helsinki. Het betreft stukken over de organisatie en taken van de ambassade op het gebied van consulaire, culturele, economische en politieke zaken.
Tot 2001 was de ambassade te Helsinki medegeaccrediteerd voor Estland. Het archief bevat dan ook stukken over Estland over de periode 1975 - 2001.
Onderwerpen die onder andere aan de orde komen zijn de Finse betrekkingen met Rusland en de Europese Unie. De onderwerpen die over Estland aan de orde komen zijn de Estische betrekkingen met Rusland, de terugtrekking van de Russische troepen en de status van de Russische minderheid.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Algemeen historisch kader
Staatsinrichting
Finland is sinds 1919 een parlementaire democratie. De wetgevende macht berust bij de president samen met het 200 leden tellende parlement (Rijksdag) gekozen voor vier jaar volgens algemeen kiesrecht op basis van evenredige vertegenwoordiging. Alle staatsburgers vanaf 18 jaar hebben actief en passief kiesrecht. Finland was het eerste Europese land dat vrouwen (in 1906) kiesrecht gaf. De zogenaamde Grote Commissie (een soort Eerste Kamer), bestaande uit 45 leden, heeft een adviserende taak en wordt gekozen door en uit de Rijksdag. De uitvoerende macht ligt in handen van de president en de Raad van State (het kabinet), gevormd door de minister-president en de ministers. De president der republiek wordt sinds 1994 via directe vrije verkiezingen voor zes jaar gekozen. Herverkiezing is slechts één keer mogelijk. De Finse president heeft grote bevoegdheden en veel gezag. De president behartigt buitenlandse zaken, benoemt de regering, hoge ambtenaren en rechters en kan wetten tijdelijk blokkeren met zijn vetorecht. De president is ook opperbevelhebber van het leger. De Ålandeilanden hebben zelfbestuur terwijl een door de president benoemde gouverneur de Finse regering vertegenwoordigt.
Geschiedenis
De jaren zeventig werden gekenmerkt door elkaar snel opvolgende kabinetten van wisselende samenstelling (13 regeringen in 10 jaar). Alle regeringen kregen te maken met grote tekorten op de handelsbalans en werkloosheid. Kekkonen, in 1956 tot president gekozen, hield jarenlang een vrijwel onaantastbare positie in stand. Nadat hij in 1962 en 1968 herkozen was, werd door een uitzonderingswet zijn ambtstermijn na 1974 automatisch met vier jaar verlengd. In 1978 werd de 77-jarige president zonder veel strijd herkozen, omdat alle grote partijen zijn kandidatuur steunden. Op 27 oktober 1981 trad Kekkonen om gezondheidsredenen af.
Hij werd opgevolgd door premier Koivisto. Hij loste de Fins-Sovjet-Russische geschilpunten op en het lukte hem de handelspolitieke belangen van Finland in West-Europa verder uit te bouwen. In 1987 kreeg Finland voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog een conservatieve minister-president, Holkeri. In maart 1992 vroeg Finland het EG-lidmaatschap aan. Eerder al, op 20 januari 1992, sloot Finland een vriendschapsverdrag met Rusland. Dit verdrag was een herziene versie van het in 1948 gesloten verdrag tussen Finland en de Sovjet-Unie, dat voorzag in een verplichting tot wederzijdse hulp van de twee landen als een van hen aangevallen werd. In het nieuwe verdrag verdween deze verplichting. Na een zeer diepe recessie, waarin het land na 1990 was terechtgekomen, zette het economisch herstel zich in 1994 door. De conservatieve regering zette haar liberaliseringsbeleid voort, ondanks vaak grote weerstand. Ook de toenadering tot het Westen bleef een factor in de Finse politiek, wat in januari 1995 leidde tot het lidmaatschap van de EU. Na de parlementsverkiezingen van maart 1995 keerde de sociaaldemocraat Lipponen weer terug. Om een zo groot mogelijk draagvlak te krijgen voor het verdere herstel van de economie formeerde hij een uit vijf partijen bestaande coalitie, die kon rekenen op brede steun van de volksvertegenwoordiging. In oktober 1996 besloot de regering de Finse mark onder te brengen in het Europees Monetair Stelsel (EMS).
In februari 2000 won de Finse minister van Buitenlandse Zaken Tarja Halonen de presidentsverkiezingen. Zij werd daarmee het eerste vrouwelijke staatshoofd.
Op 16 maart 2003 werden in Finland algemene verkiezingen gehouden. De liberale Centrumpartij behaalde 55 parlementszetels, terwijl de sociaal democratische partij bleef steken op 53 zetels. Tezamen met de Zweedse Volkspartij (liberaal), die de omvangrijke Zweedse minderheid in Finland vertegenwoordigt en 8 zetels behaalde, vormden deze drie partijen de nieuwe regering.
Het nieuwe kabinet steunde op 117 zetels in het 200 leden tellende parlement. Na een korte interim periode werd op 24 juni 2003 Matti Vanhanen (van de Centrumpartij en voormalig minister van Defensie) benoemd als premier van Finland, hij volgde Paavo Lipponen van de Sociaaldemocratische Partij op. In maart 2007 won de liberale Centrumpartij de verkiezingen nipt en bleef de centrumrechtse coalitie aan de macht. In december 2008 ontving de voormalig Finse president Martti Ahtisaari de Nobelprijs voor de vrede. In juni 2010 werd Mari Kiviniemi van de Centrumpartij de nieuwe premier.
Politieke betrekkingen
Nederland en Finland onderhouden uitstekende betrekkingen, zowel bilateraal als binnen de Europese Unie.
In 2011 bracht de Finse minister-president Katainen een bezoek aan Nederland. Hij sprak met de minister-president onder andere over de eurocrisis en de versterking van de begrotingsdiscipline in de eurozone.
Op veel terreinen zijn de landen gelijkgezind. In de Europese Unie zijn Finland en Nederland bijvoorbeeld bondgenoten bij de aanpak van de financieel-economische crisis. Finland is daarnaast net als Nederland kritisch over de toetreding van nieuwe landen tot het Schengengebied. Schengenlanden zijn landen binnen Europa zonder onderlinge grenscontrole van personen. Nederland en Finland zijn ook vaak gelijkgezind op het gebied van mensenrechten, klimaat, duurzame en schone energie en milieu.
Economische betrekkingen
Nederland en Finland onderhouden intensieve economische betrekkingen. Nederlandse bedrijven hebben aanzienlijk in het land geïnvesteerd, ongeveer evenveel als bijvoorbeeld in Denemarken.
Het gaat daarbij onder andere om bedrijven in de maritieme sector en de sectoren voor energie, afvalverwerking en voedingsmiddelen.
De belangrijkste handelspartners van Finland zijn Rusland, Duitsland en Zweden. China en Nederland vechten om de 4de en 5de plaats van belangrijkste handelspartners. De belangrijkste Finse exportproducten naar Nederland zijn: ijzer en staal, papier en karton, hout en elektronische apparatuur. Nederland exporteert vooral schroot, groenten en fruit, geneesmiddelen en elektronica.
Culturele betrekkingen
De Nederlandse ambassade in Helsinki organiseert en ondersteunt regelmatig Nederlandse evenementen op het gebied van muziek, dans, kunst, design en architectuur. Een voorbeeld uit 2012 is de tentoonstelling ‘A Romantic View’ van kunstverzamelaar Jef Rademakers in het Sinebrychoff Kunstmuseum te Helsinki. Een ander voorbeeld uit 2012 is een tentoonstelling in het Maritiem Museum in Kotka over het Nederlandse vrachtschip ‘Vrouw Maria’ dat in 1771 in Finse wateren zonk.
Achtergrondinformatie Estland, 1991-2001
Staatsinrichting
Als onderdeel van de Sovjet-Unie werd Estland vijftig jaar administratief en politiek overheerst door de Sovjets. Er bestond wel een Estisch parlement maar dat fungeerde als een filiaal van de communistische partij in de Sovjet-Unie waar ook het beleid gemaakt werd. Sinds de onafhankelijkheid heeft Estland vrij snel een nieuwe administratieve en politieke infrastructuur op poten gezet. De Estische regering bestaat uit een door het parlement gekozen president, tevens staatshoofd, en één wetgevende kamer, de Riigikogu. De uitvoerende macht berust bij de minister-president en zijn ministers, die door het staatshoofd worden benoemd (de ministers op voordracht van de minister-president).
Tussen 1991 en 1997 zij er drie keer verkiezingen gehouden en zeven verschillende regeringen geweest.
Daardoor lijkt Estland op een politiek zeer onstabiel land, maar politieke en economische hervormingen hadden hieronder gelukkig niet veel te lijden. Sinds de nieuwe grondwet van januari 1992 bestaat het Estische parlement (Riigikogu) uit 101 leden die elke vier jaar direct worden gekozen. De eerste verkiezingen werden in september 1992 gehouden met 38 deelnemende partijen! Voordat politieke partijen geregistreerd worden moeten ze minimaal 1000 leden hebben. Er is een kiesdrempel van 5%. De eerste presidentiële verkiezingen werden in 1992 gewonnen door Lennart Meri. Hij werd in 1996 herkozen als president. Presidentskandidaten moeten minimaal 40 jaar oud zijn.
Geschiedenis
Estland verklaarde zich op 20 augustus 1991 onafhankelijk en koos ervoor om alle banden met de Sovjet-Unie te verbreken. Als gevolg van de verslechterende economische situatie nam minister-president Edgar Savisaar in januari 1992 ontslag. Hij werd opgevolgd door Tiit Vähi die een tussenregering samenstelde. In 1992 werd er na een referendum een nieuwe grondwet aangenomen. Belangrijke onderdelen van deze nieuwe grondwet waren een andere opzet van het parlement en het beperken van de macht van de president. In september werden de eerste vrije verkiezingen gehouden. Mart Laar, de leider van de grootste partij, de "Vaderlandse Alliantie", werd minister-president. Na een aantal schandalen werd Laar gedwongen af te treden, en werd opgevolgd door de gematigde Andres Tarand. Na de 2e verkiezingen in 1995 behaalde de Russische minderheid in Estland zes zetels in het parlement. Tiit Vähi werd wederom minister-president. Vähi nam in februari 1997 ontslag als minister-president na beschuldigingen van corruptie. Mart Siimann, vroeger journalist, werd genomineerd als de nieuwe minister-president.
In Estland was tot 2001 geen Nederlandse ambassade gevestigd. De Nederlandse ambassade in Helsinki was tevens verantwoordelijk voor Estland. De ambassade volgt en rapporteert over politieke, sociale en economische ontwikkelingen in het land.
Speciale aandacht wordt gegeven aan de positie van de Russischtalige minderheid. Op het economische terrein verstrekt de ambassade informatie aan het Nederlands bedrijfsleven en de EVD. Ook verstrekt de ambassade informatie over het Nederlandse bedrijfsleven aan Estse instellingen. Daarnaast verricht de ambassade consulaire werkzaamheden en geeft informatie over de veiligheidssituatie.
In deze inventaris zijn de archiefbescheiden opgenomen van de Nederlandse ambassade in Finland te Helsinki, over de periode 1975 - 2013.
Naast de Nederlandse ambassade zijn of waren in Finland de onderstaande Nederlandse vertegenwoordigingen gevestigd:
  • 1949 - 1974 Vice-consulaat te Kemi
  • 1945 - 1973 Vice-consulaat te Kokkola
  • 1970 - 1994 Consulaat te Kotka
  • 1951 - 2004 Vice-consulaat te Kuopio
  • 2004 - Consulaat te Kuopio
  • 1947 - 1983 Vice-consulaat te Mariehamn
  • 1983 - Consulaat te Mariehamn
  • 1945 - Vice-consulaat te Oulo (Uleåborg)
  • 1973 - 2003 Vice-consulaat te Pori
  • 1974 - Vice-consulaat te Rovaniemi
  • 1945 - 1982 Vice-consulaat te Tampere (Tammerfors)
  • 1982 - Consulaat te Tammerfors
  • 1945 - 1981 Vice-consulaat te Turku (Åbo)
  • 1981 - Consulaat te Turku
  • 1945 - Vice-consulaat te Vaasa (Vasa)
De Nederlandse ambassade in Helsinki was in de periode 1991-2000 tevens geaccrediteerd voor Estland.
Overzicht van de chefs de poste te Helsinki, 1974 - 2013:
  • 1974 - 1981 Verdonck Huffnagel, C.G.
  • 1981 - 1984 Bauwens, L.J.M.
  • 1984 - 1988 Vos van Steenwijk, W.J. baron de
  • 1988 - 1991 Carsten, H.C.G.
  • 1991 - 1993 Jacobs, E.F.
  • 1993 - 1997 Bruyn Ouboter, B. de
  • 1997 - 2001 Velden, J. van der
  • 2001 - 2008 Zutphen, N.P. van
  • 2008 - 2012 Beets, N.
  • 2012 - Swarttouw, H.W.
Taken ambassade
De werkzaamheden van de bilaterale posten kunnen grofweg verdeeld worden in politieke aangelegenheden, economische aangelegenheden, pers- en culturele aangelegenheden, consulaire aangelegenheden en algemene zaken. Hieronder volgt een weergave van de taken:
Politieke Zaken (PZ):
  • het volgen van de binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen in het land van accreditatie;
  • het rapporteren aan de Nederlandse regering omtrent de voor Nederland relevante ontwikkelingen opdat die bij het formuleren van haar beleid daar rekening mee kan houden;
  • het uitdragen van het Nederlandse politieke beleid;
  • het behartigen van de belangen van andere landen.
Economische Zaken (EZ): de economische werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in macro-, meso- en micro-economische aangelegenheden.
Macro-economisch:
  • het opstellen van algemene economische rapportage over macro-economische ontwikkelingen in het buitenland, overheidsmaatregelen, monetaire kwesties, energievoorziening, milieuhygiëne, lucht- en scheepvaartaangelegenheden;
  • het vergaren van handelspolitieke informatievergaring en inspanningen, met name daar waar de handel op beperkende maatregelen stuit;
  • het toezenden van economisch-statistisch materiaal;
  • het verstrekken van inlichtingen aan de overheid en het bedrijfsleven van het land van vestiging over economische ontwikkelingen en mogelijkheden tot economische samenwerking met Nederland;
  • het uitdragen van het Nederlandse beleid op economisch terrein.
Meso-economisch:
  • het berichten over afzetmogelijkheden, ontwikkelingen in het bedrijfsleven, fusies, buitenlandse investeringen, concurrentie van derde landen;
  • het geven van voorlichting over Nederlandse leveringsmogelijkheden van goederen en diensten;
  • het doen van meldingen over ontwikkelingsprojecten en overheidsaanbestedingen;
  • het aantrekken van industriële projecten voor Nederland door middel van voorlichting, bemiddeling, etc.;
  • het berichten over economische missies die West-Europa bezoeken en hulp aan Nederlandse missies in het ambtsgebied;
  • het berichten over beurzen en tentoonstellingen in het land van vestiging en hulp bij Nederlandse deelname aan beurzen.
Micro-economisch
Het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van:
  • het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van: handelsbemiddeling;
  • het voorlichten van Nederlandse zakenlieden en introducties bij overheid en bedrijfsleven;
  • het bemiddelen bij handelsgeschillen.
Ontwikkelingssamenwerking (OS):
de werkzaamheden in het kader van ontwikkelingssamenwerking houden in:
  • het analyseren van het ontwikkelingsbeleid van het betrokken land;
  • het nagaan van de plaats die Nederland in de samenwerking op dit gebied zou kunnen innemen;
  • het vaststellen van doelgroepen waarop het samenwerkingsbeleid gericht kan zijn;
  • het adviseren omtrent de aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid van individuele projecten;
  • het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van Kleine Ambassade Projecten (KAP);
  • het begeleiden van uit te zenden deskundigen, huisvesting, financiering, hulp bij import van goederen;
  • het bemiddelen bij de invoer van materieel voor hulpprojecten;
  • het behandelen van financiële aspecten.
Consulaire Zaken (CZ):
Ten behoeve van Nederlanders:
  • het zorgdragen voor de Nederlandse kolonie en Nederlandse toeristen in het buitenland. De meest voorkomende werkzaamheden hiervoor zijn:
  • het verstrekken, verlengen en wijzigen van reisdocumenten voor Nederlanders, alsmede diplomatieke, consulaire en dienstpaspoorten;
  • het opmaken van legalisaties;
  • het verstrekken van juridische adviezen;
  • het verlenen van bijstand bij het opstellen van notariële akten
  • het opmaken van akten van huwelijkstoestemming;
  • het in bewaring nemen van holografische en geheime testamenten;
  • het opmaken van volmachten
  • het registreren van opgemaakte akten in een repertorium;
  • het opmaken van akten van de burgerlijke stand;
  • het regelen van dienstplichtzaken;
  • het zorgen voor repatriëring
  • het overbrengen van gerechtelijke stukken, het bijstaan van rogatoire commissies, het opmaken van legalisaties en het verrichten van andere juridische handelingen.
Ten behoeve van buitenlanders:
  • het verlenen van visa voor bezoeken aan Nederland korter dan drie maanden of verstrekken van een ‘machtiging voorlopig verblijf’ bij een verblijf langer dan drie maanden;
  • het doorzenden van asielverzoeken;
  • het inlichten van buitenlandse autoriteiten betreffende Nederland.
Pers- en culturele zaken (PCZ):
het bevorderen en verbreiden van kennis van het leven en denken van het Nederlandse volk, zijn staatkundige, economische en sociale structuur, zijn cultuur en zijn historie, en over de beginselen en feitelijke gegevens die daarbij een rol spelen. De diplomatieke post heeft tot taak het ontwikkelen van activiteiten en het aankweken en onderhouden van relaties die de banden tussen beide landen kunnen verstevigen. Concreter betekent dit:
  • het medewerken aan de uitvoering van bilaterale afspraken en verdragen op cultureel en wetenschappelijk gebied;
  • het deelnemen aan het internationale culturele verkeer;
  • het profijt trekken uit multilaterale samenwerkingsvormen op dit gebied alsmede het uitdragen van Nederlandse standpunten;
  • het onderhouden van contacten met de lokale pers teneinde publicaties over Nederland te stimuleren en waar nodig onjuiste voorlichting te corrigeren.
Algemene Zaken (AZ):
De afdeling algemene Zaken is belast met de ondersteunende, secundaire taken op een post, dat wil zeggen zaken met betrekking tot:
  • personeel;
  • informatievoorziening, automatisering;
  • organisatie;
  • financieel beheer;
  • archief;
  • communicatie;
  • huisvesting;
  • vervoer
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van de buitenlandse posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) werden geordend en geselecteerd conform instructies, opgesteld door de centrale archiefafdeling op het departement en neergelegd in een archiefinstructiebundel. De archiefinstructiebundel heeft in de loop der jaren grotere en kleinere revisies ondergaan. De belangrijkste was de introductie van de archiefinstructiebundel "Archiefzorg op de posten" in 1999. Deze archiefinstructie introduceerde een nieuwe primaire, hiërarchische ordening op trefwoord en verving de oude ordening op basis van de Archiefcode BZ, afgeleid van de Universele Decimale Code (UDC).
In 2014 is besloten om alle postenarchieven uit de periode 1975-2013 te bewerken. Het zogenaamde archiefblok "Postenarchieven" bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Archiefbescheiden over de periode 1975-1984, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1985-1990, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1990-2013
Archiefbescheiden uit de periode voor 1975 zijn in eerder stadium overgebracht naar het Nationaal archief. Zie daarvoor 'Verwante archieven'.
De archiefbescheiden over de periode 1975-1984 zijn grotendeels rond 2005 overgedragen aan Nederland. Ook het archief over de periode 1985-1990 is voor een belangrijk deel overgedragen aan Nederland. De archiefbescheiden over de periode vanaf 1990 zijn of worden voor aanvang van de archiefbewerking in zijn totaliteit overgedragen aan Nederland in het kader van actie "Papier Hier". Dit project is gericht op het afbouwen van de bestaande papieren archieven op departementen en posten. Met deze actie worden eveneens de nog niet aan Nederland overgedragen archieven uit de periode voor 1990 meegenomen.
De archieven zijn in beheer bij Doc-Direkt / Buitenlandse Zaken.
In 2014 is het archief van de ambassade in Finland bewerkt door Doc-Direkt, locatie Rijswijk.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2016 door Ministerie van Buitenlandse Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken ontvangen of opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Finland over de periode 1975-2013. In dit archief bevinden zich ook de stukken over Estland over de periode van mede-accreditatie 1991-2000.
Het betreft stukken over de organisatie en taken van de ambassade op het gebied van consulaire-, economische-, culturele- en politieke zaken.
Het archief bevat onder andere stukken over:
Finland:
de relatie met de voormalige Sovjet-Unie en het huidige Rusland, de toetreding van Finland tot de Europese Unie, de Finse standpunten inzake de Europese Unie, kernwapens, de ontwikkelingen in de Baltische staten, de crisis in het Midden-Oosten en de oorlog in voormalig Joegoslavië.
Estland:
de economische opbouw, de positie van de Russische minderheid in Estland, de terugtrekking van de Russische troepen en de relatie met de Europese Unie.
Selectie en vernietiging
De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende vastgestelde selectielijsten:
  • [015] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945–2000, 25 januari 2005/Nr. C/S/05/138 (Stcrt. 31 maart 2005, nr. 62);
  • [045] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945, 12 maart 2007/Nr. C/S&A/07/524 (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142);
  • [072] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsverhoudingen over de periode 1945 tot heden, 3 oktober 2007/Nr. C/S&A/07/2471 (Stcrt. 29 oktober 2007, nr. 209);
  • [073] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel over de periode 1945–, 11 september 2007/Nr. C/S&A/07/2236 (Stcrt. 15 oktober 2007, nr. 199);
  • [074] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitensectorale Arbeidsvoorwaarden over de periode 1945 tot heden, 3 oktober 2007/Nr. C/S&A/07/2473 (Stcrt. 30 oktober 2007, nr. 210);
  • [075] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945–, 11 september 2007/Nr. C/S&A/07/2237 (Stcrt. 12 oktober 2007, nr. 198);
  • [076] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsomstandigheden bij de Overheid over de periode 1945–, 1 november 2007/Nr. C/S&A/07/2726 (Stcrt. 30 november 2007, nr. 233);
  • [077] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Personeelsinformatievoorziening en -administratie over de periode 1945–, 11 september 2007/C/S&A/07/2238 (Stcrt. 16 oktober 2007, nr. 200);
  • [103A] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1945–1990, 18 december 2013, NA/2013/13.044 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36665);
  • [103B]: selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Ontwikkelingssamenwerking over de periode 1965-1990, 18 december 2013, NA/2013/13.045 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36668);
  • [143] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999, 5 juli 2005/Nr. C/S&A/05/1197 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25). Rekening houdend met de actualisatie in de Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112 / p. 10.;
  • [168] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/Nr. C/S&A/07/1513 (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225);
  • [186] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Nederlands buitenlands beleid over de periode vanaf 1990, 18 december 2013, NA/2013/12.299 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36667).
De archiefstukken die voor vernietiging in aanmerking kwamen, zijn na verkregen toestemming van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afgevoerd door Reisswolf Nederland BV en daar op de gebruikelijke wijze vernietigd.
Aanvullingen
Het is mogelijk dat in de toekomst alsnog dossiers worden nagezonden. Om die reden is het mogelijk dat er voor dit archief nog aanvullingen komen.
Verantwoording van de bewerking
Als basis voor de bewerking werd een Archiefbewerkingsplan (ABP Postenarchieven 1975-2013) opgesteld, dat in november 2013 werd ondertekend door Doc-Direkt, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en overbrenging geregeld voor de postenarchieven in de periode 1975-2013 (ABP Postenarchieven, periode 1975-2013). Vervolgens werd voorafgaand aan de bewerking een werkinstructie opgesteld.
Voor de bewerking van het archief is ook rekening gehouden met het ABP voor de archieven van de buitenlandse posten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de periode vanaf 1990 (ABP posten 1990-heden). Dit ABP, ondertekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief, bevat de uitkomst van een onderzoek naar de gemaakte selectiebeslissingen op basis van de door de posten gehanteerde archiefinstructies ten opzichte van de geldende selectielijsten. Het resultaat was dat op de door de posten gemaakte beslissingen een aantal correcties moest worden doorgevoerd. De correcties hebben vooral betrekking op de rubriek Algemene Zaken, waarbij met name dossiers inzake de bedrijfsvoering (o.a. huisvesting, financiën en personeel) op grond van eerdergenoemde selectielijsten, alsnog voor vernietiging zijn aangemerkt.
De omvang van het archief voor aanvang van de bewerking was 44 meter. Door de Nederlandse ambassade te Helsinki was reeds 20,125 meter als zijnde (op termijn) te vernietigen aangemerkt en 23,875 meter als zijnde te bewaren. De selectiebeslissingen zoals uitgevoerd door de ambassade zijn gehandhaafd, tenzij er correcties doorgevoerd moesten worden.
Na bewerking van het archief is in totaal 12,375 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken die voor bewaring in aanmerking komen zijn overgebracht naar het Nationaal Archief. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Buitenlandse Zaken ter beschikking gesteld, als bijlage bij het voorstel voor vernietiging.
Bij de beschrijvingen van de in de inventaris opgenomen dossiers ontbreekt in veel gevallen een actieve handeling. Dit heeft te maken met de wijze van opbergen van de documenten, nl. op onderwerp. In deze dossiers zijn alle aspecten met betrekking tot de uitvoering van de taak (volgen, analyseren en becommentariëren) ten aanzien van een bepaald onderwerp bij elkaar verzameld. Een zaak of werkproces is niet duidelijk aan te wijzen. De dossiers bestaan voor een groot deel uit berichtenverkeer tussen de post en het departement, correspondentie met diverse instellingen en particulieren.
Het beginjaar van het archief is 1975. Incidenteel bevinden zich in het archief stukken van vóór de begincesuur. Uit praktische overwegingen zijn deze stukken opgenomen in deze inventaris. Het eindjaar van het archief is 2013.
Ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief dient het archief onder andere te voldoen aan de eisen met betrekking tot de duurzaamheid van archiefbescheiden zoals vastgelegd in de Archiefregeling 2009. Concreet betekent dit dat de volgende stappen zijn uitgevoerd:
  • alle ijzerwerk (paperclips, nietjes, hechtmechanieken e.d.) is verwijderd;
  • foto's, lichtdrukken en andere materialen die aan sterkere chemische reacties dan goed papier onderhevig zijn, zijn voorzien van afzonderlijke fourflaps;
  • omslagen, archiefdozen en etiketten voldoen aan de ICN-kwaliteitseis.
Ordening van het archief
Het archief is primair op rubriek geordend. De rubrieksindeling is gebaseerd op de in de archiefinstructiebundel "Archiefzorg op de posten" van 1999 geïntroduceerde primaire, hiërarchische ordening met trefwoorden. Binnen de rubrieken zijn de dossiers zoveel mogelijk chronologisch geordend.
Dossiers oorspronkelijk geordend op basis van de Archiefcode BZ zijn, om een uniforme wijze van ordening te krijgen, overgezet naar de indeling op trefwoord. Dit was mogelijk, aangezien de overstap van een ordening op code naar die op trefwoord nagenoeg niets aan de bestaande dossiervorming veranderde. Daardoor was het mogelijk de oude code-ordening van een dossier om te zetten naar de nieuwe trefwoordordening.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B), deels niet openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Voor zover bekend zijn er geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Ambassade in Finland (Helsinki) en vertegenwoordiging Estland [1975-2013], nummer toegang 2.05.405, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BuZa / Ambassade Finland en vertegenwoordiging Estland 1975-2013, 2.05.405, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing.
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing.
Verwante archieven
  • NA nr. 2.05.219 Inventaris van de archieven van de Nederlandse Gezantschappen te Zweden (Stockholm) (1868) 1910-1946 (1948) en te Finland (Helsinki), 1919-1940.
  • NA nr. 2.05.56 Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap in Finland te Helsinki, 1946-1952.
  • NA nr. 2.05.176 Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap, later de Ambassade in Finland, 1955-1974.

Bijlagen

Geen bijlagen

Archiefbestanddelen